Wanneer de ketting niet meer goed op het grootste of kleinste blad komt tijdens het schakelen, dan moet de zijdelingse slag ingesteld worden. Hiervoor heb je alleen een schroevendraaier nodig voor de twee stelschroeven L en H.

De H-schroef is voor het afstellen van de hoogste versnellingen. Komt de ketting niet meer makkelijk op de grootste tandwiel van de cassette, dan moet de H-schroef gebruikt worden. In of uitdraaien met een kwart slag van de H-schroef, netzolang tot de ketting wel goed in de hoogste versnelingen komt.
Indraaien (vaster) als de ketting voorbij het gewenste tandwiel schiet.
Uitdraaien (losser) als hij niet op de gewenste tandwiel komt.

De L-schroef is voor het afstellen van de laagste versnellingen. De werking is hetzelfde als bij de H-schroef, alleen voor de laagste versnellingen.

Voor -en achter derailleur, index instellen

Het instellen, of bijstellen, van de index zal het meest afgesteld moeten worden.
Omdat de kabel bij veelvuldig gebruik uitrekt moet de index, die afhankelijk is van de kabellengte, bijgesteld worden.
Het bijstellen van de kabellengte gebeurt m.b.v. een stelhuls, die aan het uiteinde van de kabel zit.

Schakel het achterderailleur in de hoogste versnelling, schakel nu een versnelling naar beneden en draai de trappers voorwaarts. De ketting zou nu verplaatst moeten zijn naar het tweede kleinste tandwiel. Indien dit niet het geval is dan moet de stelhuls losgedraaid worden, steeds met maximaal een half slag. Probeer dit ook uit bij alle andere versnellingen.

Wanneer de kabel wordt aangetrokken schakelt de ketting over naar een groter tandwiel, bij een te slappe kabel zal dit problemen opleveren. De stelhuls moet dan losser gedraaid worden. Bij het schakelen naar een kleiner tandwiel geldt naar natuurlijk de tegenovergestelde regel.